Een korte geschiedenis

JavaScript werd ontwikkeld in 1995 door Brendan Eich die toen bij Netscape werkte. JavaScript werd voor de eerste keer gebruikt in Netscape 2 en heette toen nog LiveScript. Maar omdat op dat moment Java van Sun de grote nieuwe taal was, werd er gekozen voor JavaScript om van het succes van Java mee te snoepen. Veel programmeurs vonden dit een verkeerde keuze omdat dit voor veel verwarring zorgde. De twee talen hadden namelijk niets met elkaar te maken.

Nadat de taal populair werd voor Netscape, ontwikkelde Microsoft een eigen versie voor Internet Explorer. Ze konden het toen geen JavaScript noemen, dus doopte ze hun versie JScript. Omdat er nu twee versies bestonden, kregen ontwikkelaars te maken met de verschillende manier hoe browsers hun websites toonden.

Het is Netscape die hun versie aanbood aan het 'ECMA standards body' zodat een officiële en onafhankelijke versie ontstond. Deze standaard editie, genaamd 'ECMA-Script' verscheen in 1997. Het is trouwens deze versie die we zullen leren in deze cursus. Toch spreekt iedereen over JavaScript als het over deze versie gaat.

Het voordeel van een standaard taal is dat het niet uitmaakt op welk platform je zit; Mac, Windows of Linux, het speelt geen rol dat je website gehost wordt op een Apache server of een ISS server, of dat er nog andere talen in je website worden gebruikt zoals PHP of ASP.NET.

Er zijn geen speciale tools of programma's vereist om JavaScript te schrijven. JavaScript is gratis te gebruiken. Natuurlijk maken sommige applicaties ons leven gemakkelijker (Dreamweaver, Sublime Text 2), maar het enige dat we echt nodig hebben is een teksteditor (notepad (win), textedit (mac)).

Voor deze cursus kiezen we echter voor Visual Studio Code van Microsoft